Oudjaar in Sranan
Tegen oudjaar accepteer ik alle dingen waar ik me doorgaans aan erger. Ik neem alles voor lief. Vanmorgen zat ik in een autofile dichtbij het Academisch Ziekenhuis bij de rotonde op de hoek van de Benjamin en Sophie Redmondstraat. Een politieauto vloog met sirene langs de mijne heen, op de rotonde om in compleet andere richting het verlengde van de Benjaminstraat in te gaan. Kennelijk maakte hij een ommetje om de autofile van de Flustraat te ontwijken, in de hoop nog een leven te redden. Althans, daar ga ik van uit, misschien een collega. Zo lief.
Eind december heb ik alleen maar vaderlandsliefde in mij. Ook als ik mijn autootje parkeer bij de bank en ik een rij gezellige mensen zie staan die elkaar in de nek beademen.(zweet of geen zweet, de lota kun je goed zien in de nekken). Klaar om hun geld op te maken, voor die drie daagjes die nog resten. Geduldig wachten als iemand met een sporttas geld komt storten, er geen nummertjes getrokken kunnen worden, ouderen boven de zestig geen voorkeur hebben en er een hele oude airco aanstaat. De Bank maakt jouw privacy een openbaar familiegebeuren. Een paar mensen scholden uit in termen die zo heerlijk in je oren klinken,als ze ontdekken dat er niet is gestort op hun rekening.
Mijn radio stond op ‘Witi fisi’ en ik draaide de volumeknop op zn hoogst. Lezen mag niet als je rijdt, dus floot ik gezellig op twintig kilometer per uur naar Combemarkt. Ik had een cadeaubon gekregen en tufte mijn autootje achter een bus waar passagiers vanaf de straat instapten. Een jonge vrouw stak de straat over met een kind op de rug die winkeldronken was en een vol karretje met champagneflessen, borrelnootjes, chocola en cola voortduwde. Eigenlijk wilde ik speciale oliebollenblom halen en visgaren om een gesneden halsketting weer vast te maken. Ik was niet alleen omringd door kleine en grote mensen met lijstjes die afgehaakt moesten worden, maar overal stemmen en muziekgeluiden die ik hoorde, piepende wielen van de kromgereden karretjes en de geur van zoutvlees in een hoek. Gezellig! Iedereen botste vrolijk tussen de rekken door elkaar.’Mag ik langs?’, ‘Pardon.’
Aa, mijn oliebollenblom was niet uitverkocht! Ik nam 4 pakjes en vulde mijn mand met nog wat spullen, net genoeg om die 100SRD op te maken. De caissières tikten wel 80 tikken per minuut. Geen fout werd gemaakt, de controleur liep alle bonnen na. Onderweg naar mijn auto kwam ik een student tegen die me een brasa gaf en mij vroeg om voorzichtig te zijn met vuurwerk. Goed dat ze dat had gezegd, ik was het vergeten. De boze geesten moesten goed verdreven worden dit jaar! Ze hadden zich in mijn rug genesteld. Bij omu, die waarschijnlijk dacht dat ik politie in burgerkleding was, kocht ik 3 pagara’s en een pakje wierook. Er stond een jongetje van naar ik schat zeven jaar geleund tegen de toonbank, smekend naar de Chinees kijken en toen naar mij. Ik voelde instinctief aan dat hij iets deed wat niet mocht: Bombel kopen! De politie had dit jaar geen bloedige beelden van afgeschoten handen of ogen gewezen, maar alleen het type vuurwerk dat niet geschoten mocht worden. Ik had het goed onthouden: geen kronto!
Ik was nauwelijks weer bij mijn auto of ik zag de jongen gelukkig voorbij huppelen met een plastic tas vol vuurwerk. Ik lachte en hoopte wel dat zijn ouders erbij zouden zijn als die zijn peffertjes zou afschieten.
Nog enkele daagjes in 2009. Ik had tijdens kerst veel flessen wijn en likeur gekregen en moet die uit mijn huis zien te krijgen, want een mens heeft zo zijn zwakheden.Ik denk nog niet aan voornemens, maar heb wel de intentie om een goed einde van te maken. Dolfijn, Tori Oso, The Shack, Joke’s Crab House, ’t Vat en misschien Oase. Ik ga.
Rij a @#%$#@&& wagi, hoorde ik achter mij en stak vervolgens mijn tong uit voor de man.