Gewoon zo, zomaar zo
Ik kom dagelijks van die rariteiten tegen, waar je of van moet schaterlachen of je begint te tandenknarsen. Het zijn van die dingen die ik niet begrijp, sommige gedragingen van mensen. Een typisch voorbeeld: mannen ( omdat ik nog geen vrouwen ben tegengekomen die dat doen) die ondanks een breed trottoir het nodig vinden om midden op straat te lopen, op een spitsuur van de dag. Gewoon, zomaar zo. Een helm op hun hoofd te hebben, maar die niet vastmaken en je de huid vol schelden wanneer je naar hen toetert wanneer ze je in alle vaart links proberen in te halen. Bejaarde mensen boven de 75 jaar die nog de auto besturen en 30km/ u rijden, op het Pad van Wanica. Een hond aanrijden en achteloos doorrijden, kijkend in de achteruitkijkspiegel naar hoe de eigenaar naar de verongelukte hond toerent. Steevast naar de kerk gaan op de zondag om vervolgens bij het stoplicht de ramen gauw omhoog te doen voor de zwerver die er bedelend aankomt. ‘Doe snel dicht, straks stinkt mijn auto!’. Vervolgens datzelfde autoraam omlaag doen en een plastic broodzakje naar buiten gooien. Gewoon zo, zomaar zo, omdat de auto niet vuil mag zijn.
En dan in het omgekeerde geval: mensen vinden je raar wanneer je een hond die zwerft en duidelijk naar voedsel zoekt, een bakje met brokjes geeft. Een hond die zijzelf stiekem gedumpt hebben, daar bij die ene berm in die busbusi daar op Noord. Gewoon zo denken ze dat honden even naar de Supermarkt kunnen gaan en een blikje hondenvoer kopen, opentrekken en zelf in een bakje gieten om te eten. Gewoon zo, een hond geen water hoeft te drinken, want ja, hij is het zwerven gewend en God kijkt toch naar die dieren en de dieren zijn niet hun bezit, dus ja, dan komt wel goed. Even snel wegjagen.
Nog zoiets. Men vind je raar wanneer je je opwindt over een uitgeleend boek dat pas na 1 jaar terugkeert, waarvan er vouwtjes in zitten en koffiekringen op de kaft en dat terwijl je het boek voor twee weken had uitgeleend, je dure centen voor had uitgegeven en het een bijzonder boek was dat je een paar keer had gelezen, maar omdat je uit sympathie voor behoud van een vriendschap ja had gezegd op de vraag of dat boek geleend mocht worden. Gewoon zo, zomaar zo.
Schaterlachen of je rotergeren. 1 van die 2. Deze foto schoot ik gisteren. Het zijn bouwvakkers die even een pauze namen. De foto mocht ik zomaar zo van ze schieten. Ja, natuurlijk heb ik ze eerst om toestemming gevraagd: stel je voor: ‘Aapjes laten zich niet zomaar meer schieten…’
Ik heb gelukkig een mechanisme ontwikkeld om met die rariteiten om te gaan: de uitspraak ‘Laat maar, het zal wel aan mij liggen.’