Ja, ok, ik heb beloofd dat ik een dagboek zal bijhouden in verband met mijn nominatie, nu eindelijk de lucht een klein beetje uit mijn hoofd getrokken is. Ik ben vanochtend gearriveerd uit Curacao waar ik uitgenodigd was door de vertegenwoordiging van INKTAAP, de FPI (Fundashon Planificashon di Idioma) om aanwezig te zijn bij de slotdag met de middelbare scholieren van Curacao. Laat me eerst bij de slotdag van Suriname beginnen.

10 Maart 2014 PARAMARIBO

Van Helen Chang van de Taalunie had ik vernomen dat ik een half uurtje later mocht binnenwandelen, omdat de studenten over de drie andere genomineerde boeken zouden discussiëren. Ik wilde er juist bij zijn, maar goed, zo een ramp was het niet. Nadat het eerste boek was besproken kwam ik binnen in de tuin van Prakwaki waar ik zeker 100 studenten, allen in hun blauw shirt waar de Inktaap op bedrukt is. Ik was eerlijkgezegd heel erg blij dat de uitslag niet meteen bekend gemaakt zou worden, want stel je voor, ik zit daar en een andere auteur zou winnen. Hnnn, dan zou ik me misschien vervelend voelen of in gene allerlei stomme dingen zeggen. Enfin toen ik een beetje onhandig zat toe te kijken luisterde ik naar de kritiek van de jongeren op de andere titels. Het waren best scherpe analyses, waarom ze een boek wel goed of saai vonden, wat de premisse voor hen was en dergelijke. Die term, ‘saai’ viel heel vaak en ik dacht alleen migado, wat gaan ze van mijn boek zeggen. Tot dan was had ik geen enkele recensie van de jonge Surinaamse mens tegengekomen . Ik vond het wel een eer dat van alle 11 middelbare scholen, en zelfs in Nickerie mijn boek was gelezen.

Ik zat een beetje schaapachtig te kijken, weetje met zo een bevroren lach om je mond. Ik was aangenaam verrast van de vele complimenten. De leukste vond ik nog een waarbij werd gezegd dat ik vast wel een lijkbewasser was om zo gedetailleerd te schrijven. ‘Waarom is uw boek zo kort!, ‘ was een aardig verwijt dat ik kreeg. De doorsnee student gaf aan dat ze weinig wisten over de beleving van de dodencultuur. Ik legde meteen uit toen ik naar voren ging dat ze mijn boek vooral NIET als handleiding moeten gebruiken om riten te gaan houden en dat ik slechts de ELEMENTEN uit die cultuur heb gebruikt en rituelen ABSOLUUT niet zo zijn. Stel je voor dat iedereen nu bij last van een kwelgeest grafschennis gaat plegen! 1 Meisje zei dat ze het boek prachtig vond maar het verhaal waarbij iedereen met elkaar naar bed ging, ‘Dood door schuld’ gewoon vies vond. Uhm …ja, het is ook vies, dacht ik.

Er waren gedichten door 4 studenten neergepend, geïnspireerd door De laatste parade. Ik moest even slikken toen een flinke jonge vrouw een gedicht voordroeg aan haar vader die al overleden was. Ik plak ze straks tussen de regels door. De ander had weer een filosofisch gedicht op de dood, en een ander dichtte bijna een lofdicht over De Laatste parade. Er is talent, ging het door mijn hoofd. We moeten deze jonge mensen naar de schrijversvakschool halen!

Beste mevr. San A Jong,
Zoals afgesproken stuur ik hierbij mijn gedicht naar u toe;
‎Voor mijn papa
 Papa, ‘k moet u even zeggen:
‘u mijn ‎vader was en blijft mijn grote schat, niets is daarmee te verg’lijken, wat een rijk bezit is dat.
 Mijn papa, die wilde altijd luist’ren, altijd stond hij voor me klaar, bij hem was een veilig plekje en zo rustig werd ik daar
 Mijn papa, die begreep en kende me, hij kon mij altijd verstaan, mopperde wel eens, maar vergaf mij voor wat ik ook had misdaan
 Mijn papa wilde mij wel alles geven, of ik nou klein was of groot; mijn papa gaf als ’t moest zijn leven, hij heeft lief tot in de dood….
 Papa, ik mis u heel erg veel en ik zie u nimmer weer, ik zal elke dag dankbaar aan u denken,
… met u praten kan niet meer.
Mvg,
Rachel Soejoto

(Dat is toch prachtig, dat mijn boekje dit losmaakt bij een jong meisje?)

Ik moest alles over het begin van mijn schrijven vertellen, het woord ‘Parade’ voor hen ‘ontleden’. Een opvallende opmerking van een Creools meisje was ook: ‘dankuwel dat u de tijd heeft genomen om over onze cultuur te schrijven. ‘Ze maken ons thuis alleen maar bang met de dood, niemand praat over de dood. Ik dacht O-no, waarom weer over dood gaan lezen, maar er zit humor in uw boek.’ …enzovoort.

Ik vergat die middag, toen ik met een lekker bakje moksi aleysi met zoutvlees terugkeerde naar huis, met blauw te wassen. hahaha Ja echt, ik werd ‘mobielfotomodel’: Mevrouw mag ik met u op de foto, kunt u mijn boek signeren en (deze vond ik leuk) ; ‘U moet een dikker boek schrijven maar dan die echte rituelen en 1000 exemplaren laten drukken, u bent ze in 1 keer kwijt!’
Uhm…

13 MAART PARAMARIBO/WILLEMSTAD

Op de vlieger naar Curacao. 2 uur in de ochtend opstaan, de chauffeur bellen, die zijn telefoon niet opnam. Na 30 telefoontjes van mijn huis-en mobiele telefoon belde ik een vriendin wakker om me naar Zanderij te brengen. Ik zweette letterlijk van ergernis; hij was vast in slaap gevallen. Ik had ooit een vlucht gemist waar het vliegtuig voor mijn neus de lucht in schoot en ik wilde dat NOOIT meer meemaken. Uiteindelijk kwam een chauffeur van Garage Ashruf mij halen, die twee keer voorbij mijn appartement reed. Je begrijpt, ik was een hartstilstand nabij op de vroege ochtend. Toen we iets voorbij Lelydorp waren ging mijn mobieltje af van die chauffeur met wie ik in eerste instaande ruim van te voren had afgesproken en ik besloot maar geen bloedspuuging te krijgen en niet op te nemen. Met half geopende ogen antwoordde ik de douane die me vroeg waarom ik maar 2 dagen op Curacao zou blijven dat ik geen drugs transporteer maar in verband met een literair evenement daar aanwezig moest zijn. Pas nadat ik zei dat ik schrijver ben en voor een prijs ben genomineerd knikte hij alsof ie het begreep. ‘Nee, ik ga echt niet 2 dagen met vakantie.’  Ik was al geïrriteerd van het feit dat het een hele verkleedpartij nu is bij het inchecken. Schoenen uit, riem af, ipad en laptop eruit, haarband af, handen omhoog, gevoel tussen je benen.  Ik vraag me af sinds wanneer!rs op curacao

‘Nee, ik ga echt niet voor 2 dagen naar Curacao met vakantie,’ antwoordde ik de man die naast me zat. Dit keer was de toon van mijn stem rustiger. Hij vertelde het meest bizarre verhaal : twee lijken van twee bejaarde witte vrouwen waren verwisseld in Sint Maarten. Ze waren uit Canada en New York. Ik zag het al helemaal voor me: goed voor de literatuur! Jeetje, wat een drama! En 1 lijk was al gecremeerd door de andere familie, toen de andere familie er achter kwam dat wat in de kist lag niet hun grootmoeder was. Het is een hele rechtzaak geworden. De codering op de kisten waren blijkbaar verwisseld. Ik vroeg hem of dit niet 3 jaar terug had kunnen gebeuren! hahaha bizar verhaal; je zal maar twee keer je oma moeten begraven. Twee keer emotie en wat al meer. Dat kost ook heel veel geld. Ik moet het nog opzoeken, ga zostraks uitgebreid googlen.
En die man dacht dat mn boek over carnaval ging toen ik hem de titel noemde!

Christa Weijers ving mij op die de Slotdag op Curacao had georganiseerd. Het enige wat ik wilde was een koude douche en een bed om mijn rug te ontspannen. Ik wilde tabletten slikken vermijden. Bij het inchecken in het Ritz hotel hoorden we dat ik pas om 3 uur mocht. Huh? Wat moest ik dan? Christa bood meteen een douche aan in haar huis en na een halfuurtje lag ik op een bed, had mijn yoga oefeningen snel nog gedaan op een matje van Christa om de rugspieren te kalmeren en het gezoem van het vliegen uit mijn hoofd te krijgen. Na dat dutje vlogen we naar mijn gevoel letterlijk over de weg om een andere collega en goede kennis Ini Statia en de dichter Shrinivasi op Santa Rosa te halen voor de lunch. Curacao heeft van die heuvelachtige straten, dus je begrijpt dat ik helemaal scheel werd en mijn ogen dichtdeed wanneer Chirsta een bocht maakte en met een snelheid van 100 km per uur over de grote Julianabrug van Curacao scheerde. Shrinivasi bracht de redding en er werd minder hard geraced. ;-))

We lunchten bij Ubuntu, een spirituele/vegetarische/Afrikaanse/boeddhistisch kunstzinnig eethuis. Ik had echt een owru angri (oude honger). De pom, gemaakt van wortelen was zalig! Gelukkig ben ik niet eenkennig als het om voedsel in andere landen gaat, want toen ik het vertelde aan een vriendin hoorde ik die ‘bleh’ in haar stem. Hahahha nee, het was echt superzalig eten. Shrini gaf mij een gedicht waar ik helemaal vertederd van raakte. Hij is er altijd wanneer ik het eiland bezoek. Ik heb het echt met hem getroffen. ‘Ruth, ik ga je iets vertellen. Ik mag het niet vertellen, maar ik ga het anders vertellen.’ Dat soort zinnen kwamen uit zijn mond, poëtisch haast. Vooraf aan het gedicht zei hij, ik gebruik het woord neger niet meer, maar afro enzo.

Die middag heb ik niets gedaan, was blij dat ik op mn kamer was. Airco aan, kabeltv, wifi, koffie en een waterkoker. Er was ook nog een pool, maar daar mocht ik niet in vanwege mn chloorallergie. Die avond toen ik bezoek kreeg van een Surinaamse vriendin die al heel lang op Curacao woont lustte ik een grote dikke hamburger, maar heb die gedachte gauw weggeschoten. Het werd Muslie in de plaats. Vegetarisch eten verdampt snel toch…en ik was te lui om mn haren te kammen en de straat op te gaan.

14 MAART WILLEMSTAD

Om half 9 gelopen naar de Markt in Punda via de Wilhelmina brug. De zon was al aardig fel. Een flesje honing gekocht, naar wat souvenirs gekeken  en oorbellen. Ik stond urenlang te kijken naar een ketting van kralen. De standhouder sprak me in het Papiaments aan. ‘Mi no ta papia Papiamentu señora.’ ‘English or Dutch?’. Dus kozen we voor Dutch en liep ik na 2 minuten met die lange kralenketting weg. 20 florin. Na een uurtje slenteren in winkels waar geuren van polyester en parfum me toesloegen, wilde ik iets eten. Het was te vroeg voor een lunch en ik had behoorlijk fruit en muslie op mn maag. Ik liep maar terug, langs het grote parkeerterrein van de Scharloo, langs de Movies, terug naar mn hotel de Ritz.

3 PM. Klopklop op de deur: Christa: ‘We zijn wat vroeg maar ik breng je naar de bibliotheek.’ Ik vond het allemaal best. Lipstick goed, eyeshadow voor die vermoeide ogen, flink wat spul in mn haar, ipad in tas en oja, boek niet vergeten.

In de Frank Martinus Arion bibliotheek waren al een paar studenten in hun Inktaaptshirts. Een paar kwamen naar me toe om kennis te maken. ‘Mevrouw ik vind uw boek echt leuk!’ Ik voelde mijn maag plotseling  knorren: oja niet gelunched. Snel twee paracetamolletjes ingeslikt: ik had spanning in mn hoofd. Waar zou dat nu van komen?…

De zaal liep vol,  applausje voor mij toen ik werd aangekondigd. De andere boeken werden besproken. Lezers zijn genadeloos, dat wist ik al heel lang, maar ach, ik had gezegd dat men vooral kritisch mocht zijn. Lezers zijn subjectief, kunst is subjectief en ik had wel wat ervaring met kritiek. Dus vooruit dan maar dacht ik. En toen moest ik naar voren, op het podium; ongeveer 50 ogen op mij gericht; de Paracetamol begon te werken. Ik moest hen meteen ontgoochelen dat de rituelen genoemd in het boek niet de echte rituelen waren, maar dat ik slechts elementen had gebruikt. Dat vond 1 jongen minder, want dat zou misleidend kunnen zijn voor iemand die iets van de Surinaamse cultuur wil weten. Mijn antwoord was dat ik fictie schrijf en geen handleidingen; als iemand iets over de dood en de juiste riten wil lezen hier, dan moet die via het internet zoeken. Ik had alles omgekeerd; een echte kenner van de Surinaamse literatuur weet dat dit verzinsels zijn; klopt van geen kanten, maar elementen had ik wel gebruikt. In het boek zitten typische surinaamse elementen in die in het verhaal zijn gebruikt. Hij begreep het na mijn uitleg.
Een opmerking waar ik het helemaal mee eens ben is dat De laatste parade niet in die serie van de drie auteurs past. De overige boeken zijn romans en ja, vergelijken wordt dan moeilijk, romans en verhalenbundels hebben hun eigen karakter. Korte verhalen hebben doorgaans een snelle vaart. [toen sprak de schrijfdocent in mij om dat goed uit te leggen]. Ja, tja, ik weet ook niet hoe of waarom mijn boek is genomineerd. Vindt het allemaal wel best hoor, ik word uitgenodigd op fora en je komt op boekenlijsten voor, dus erg was het niet.
‘Wilt u de prijs winnen?’ Eigenlijk heb ik al gewonnen schoot het door mijn hoofd. Ik antwoordde dat auteurs van Suriname en de Antillen moeilijk doorbreken op de Nederlandstalige markt juist omdat we kleine landen zijn en onze taalsituaties zo divers zijn. En als je dan op zo een longlist voor de Debutantenprijs of Inktaap shortlist voorkomt, dan is de kans groter dat men vaker naar je boek grijpt. Dat is absoluut winnen voor mij, mn klein boekie! Ik wil niet alleen gelezen worden door Surinamers, maar door veel mensen in de wereld. Ik lees toch ook boeken uit Albanië, Zuid Afrika en China? Mang!
De meeste opmerkingen gingen over het Lelijkedingenschrift. Ze vonden het knap dat ik in de huid van een kind was gekropen, maar aan het eind bleef de vraag WIE de moord of zelfmoord had gepleegd. Ik gaf het antwoord, maar 1 meisje gaf een hele verrassende die ik maar niet tik. Iedereen moet vooral zelf lezen en zelf begrijpen wat en hoe. Een vraag over de symboliek van ‘de parade’ en de ‘bbari’, en een docent die vroeg waar dat dansen met de kist vandaan kwam. Hij merkte op dat ook in Afrikaanse landen men niet danst met de kist. Hmmm, daar heb ik nooit over nagedacht of onderzocht.  Suriname is wat dat betreft uniek! Ik denk dat ik zeker een dik uur heb gesproken met de jongeren. We waren om 4 uur gestart en ergens half 7 klaar.
‘Waar is mijn pastechi?’ Alles op, opgegeten door al die jongeren. Snik, ik moest iets op mn maag want mijn hoofd zou echt knallen.

We reden naar Gran Cafe Augustinus bij  Hotel ’t Klooster , de locatie waar ik een interview zou hebben met Eric de Brabander, ook schrijver. De BBQ ribs, salade en aardappel ging er gretig in. De witte wijn had ik niet moeten drinken…Migraine kondigde zich aan.

Ook bij het interview gedeelte ging het vlot. Bekende schrijvers waren aanwezig, duidelijk een ouder publiek en Surinaamse vrienden die ik niet eens had kunnen melden dat ik op het eiland was. Leuk allemaal! Oei, ik had een stukje van De onderbroek voorgelezen en Shrinivasi zat daar! Jongeren reageerden altijd anders op mijn verhalen, maar ouderen…brrr. Ik had Shrinivasi gezegd dat het geen brave verhalen zijn. Hm, ik moet nog een recensie van hem krijgen. Oei. Maar, aan zelfcensuur zou ik vooral niet doen. Ik moet achter m’n verhalen staan, niet?

Brasa, gelukwensen, handtekeningen, foto’s; het ging heel snel en ik had alleen een dankbare lach op mn gezicht.

Terug in het hotel…
Je moet begrijpen, dat wanneer je migraine hebt, je geen licht naar binnen wil en de ogen fijn samengeknepen zijn. Op de tast stak ik mn sleutel in het slot, om plotseling een man te zien achter het glas. VERKEERD! Ik knikte even naar hem en was opgelucht toen mn sleutel wel ging in de kamer er naast.   Aybaya; hij had vast gedacht dat ik een ‘slordige avond’ wilde of in elk geval in zijn kamer wilde…

15 MAART WILLEMSTAD/PARAMARIBO

03.00 uur. Klaarwakker, barstende koppijn. Koffie, cafeïne. 11 uur checkte ik uit de Ritz en stapte in de auto bij Christa. Ik had toch maar geen zin om die leuke jurk te kopen die ik had gezien bij Punda (daar bij die winkel bij de chichi beelden). We reden dus rustig naar een vishuisje dat Purunchi heette, een vis met sproeten! We hadden het geluk te zien hoe de vis werd schoongemaakt. Heerlijk was dat, zo een vismoot met een zalige tomatensaus en gebakken funchi, groentesalade met avocado ernaast.  We hadden het uitzicht op de zee, de zeewind en mijn cup lamoentjie sap. Heerlijk! Ik kreeg nog twee stukken Kashu peti van Ini Statia, dat is DE taart van Curacao, gemaakt van cashunoten. hmmmm.
Om exact half 9 vertrok ik in de kist van Inselair op weg naar Zanderij luchthaven waar als gebruikelijk mensen applaudisseren wanneer de banden van het vliegtuig de weg raken. Dit keer stond weer een chauffeur van Garage Ashruf op me te wachten. Toen ik thuis kwam waren mijn hondjes de eersten die me verwelkomden. Er ging een slijsje Kashu peti naar binnen. Ik douchte en dook in mn eigen bed.

Tot nu toe de twee slotdagen overleefd..., en nu naar Nederland en Belgie. Ik ben benieuwd naar ervaringen met het boek.

I’ll keep you posted.

en oja, klik vooral op de links voor beelden en persberichten.

1 gedachte over “Inktaapdagboek deel 1

  1. Ik ga thuis weer kijken of ik De Parade heb gelezen. Wat het onderwerp ‘de dood’ betreft, thank you Ruth en Carry Ann. Het lijkt mij heerlijk om voor studenten te staan en hun oordeel over je te laten komen als schrijver.
    Een woord in m’n hoofd terwijl ik uw post lees…en dat is ‘switi’.

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *